Vervoersprotocol Wee-Play Kinderopvang

1. Voorschriften per vervoermiddel

 

1.1 Per auto. De chauffeur neemt het volgende in acht:

 

1.1.1 Verkeersregels. De chauffeur houdt zich aan de verkeersregels. Vooral aan de maximumsnelheden.

 

1.1.2 Aantal te vervoeren personen

a. Het aantal te vervoeren personen is gekoppeld aan het aantal zitplaatsen. Het aantal zitplaatsen is terug te vinden op het keuringsbewijs van taxi’s en bussen die in het vervoermiddel aanwezig moet zijn.

b. Vorenstaande betekent dat er niet meer kinderen vervoerd worden dan er zitplaatsen zijn.

 

1.1.3 Plaats van de te vervoeren leerlingen.

  • Basisregel: Kinderen tot en met 18 jaar, die kleiner dan 1.35 meter moeten altijd in een passend en goedgekeurd (ECE 44/03 of ECE 44/04) kinderzitje of op een zittingsverhoging zitten.
  • Kinderen vanaf 1.35 meter en volwassenen moeten gebruik maken van de veiligheidsgordel voorin en achterin de auto:

a. Kinderen van tenminste 1.35 meter en volwassenen: Verplicht gebruik van de beschikbare gordel.

b. Kinderen kleiner dan 1.35 meter: Verplicht gebruik van een geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem. Kinderen mogen onder dezelfde voorwaarden voorin de auto zitten als ze achterin mogen zitten. Daar wordt volgens de regels geen onderscheid tussen gemaakt.

 

1.1.4 Autogordels

a. Er worden niet meer kinderen vervoerd dan er gordels zijn.

b. De driepuntsgordel als heupgordel gebruiken mag niet meer. De driepuntsgordels zijn hier niet voor gemaakt en bieden dan onvoldoende veiligheid.

c. Er wordt op gelet dat de kinderen de autogordels tijdens het rijden niet afdoen.

d. Er worden geen kinderen vervoerd in auto’s waarin de autogordels ontbreken.

e. Vanaf mei 2008 mogen er niet meer mensen op de achterbank dan gordels zijn.

f. Als op de achterbank al twee kinderzitjes in gebruik zijn en er voor een derde geen ruimte is, dan hoeft het derde kind, mits ouder dan drie jaar (ook al is deze kleiner dan 1.35 meter) op de achterbank niet in een kinderzitje. Het moet dan wel de autogordel om.

 

1.1.5 Kinderslot

Indien aanwezig, wordt er gebruik gemaakt van kindersloten.

 

1.1.6 In- en uitstappen

De kinderen dienen op een veilige plaats in- en uit te stappen: aan de trottoirkant of, als er geen trottoir is, in de berm. Begeleiders dienen zelf ook altijd uit te stappen.

 

2. Bijzondere gevallen en uitzonderingen

Er zijn een aantal uitzonderingen op de nieuwe regels. Deze zijn er, omdat niet altijd van u of van anderen verlangt kan worden dat er (voldoende) kinderzitjes voorhanden zijn of geplaatst kunnen worden. Uiteraard is het altijd verstandig om voor de meest veilige manier van vervoer te kiezen. En bijvoorbeeld een kinderzitje mee te geven wanneer uw kind met iemand anders meerijdt. Let op: kinderen jonger dan 3 jaar mogen uitsluitend vervoerd worden in een kinderzitje (dit geldt niet in een taxi of bus). Vanaf 1 mei 2008 geldt dat er in auto’s die op alle plaatsen gordels hebben niemand meer zonder gordels mag worden vervoerd. Het aantal passagiers mag dan dus niet groter zijn dan het aantal gordels. Zijn er bijvoorbeeld achterin drie gordels, dan mogen daar niet meer dan drie kinderen zitten. Te weinig plaats. Als er op de achterbank van de auto al twee kinderzitjes in gebruik zijn, is er vaak geen plaats meer voor een derde. In dat geval mag een kind op de overgebleven zitplaats de gordel gebruiken.

 

Vervoer van 'andere' kinderen

Van ouders en pleegouders wordt verwacht dat ze voor hun eigen kind een kinderzitje in de auto hebben. Maar er rijden misschien ook wel eens andere kinderen mee. Voor hen kan niet altijd een kinderzitje aanwezig zijn. Bij dit soort incidenteel vervoer over beperkte afstand (dus niet op een vakantiereis) volstaat gebruik van de gordel op de achterzitplaatsen voor kinderen vanaf 3 jaar (maar niet de eigen kinderen).  Als dit regelmatig voorkomt, is het veel veiliger om toch voor een of meer extra kinderzitjes te zorgen.

 

Taxi- en busvervoer

In bussen en op de achterbank van een taxi is een kinderzitje niet verplicht. Kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen moeten dan, voor zover aanwezig, de gordels gebruiken en kinderen jonger dan 3 jaar mogen in dat geval vrij worden vervoerd. Neem bij voorkeur geen kind op schoot, want dat is riskant bij een frontale botsing.